Next Generation 200 myls solo
Een race waar ik al jaren over droomde, ik stond dan ook te juichen toen ik in juni mijn startbewijs ontving. De Quartyn lag al sinds november 2019 op de kant, de hele onderkant was kaal geweest, een stuk houtrot dak vervangen, de kuip was kaal, al het beslag en de ramen waren eraf. Eind juli zet ik eindelijk de kiel weer onder de boot en laat ik haar te water, eind augustus kan pas de mast erop en in september kunnen de eerste kleine tochtjes worden gemaakt. En er moesten nog honderduizend klusjes gebeuren.
De wil om de 200myls te varen is zo groot dat ik woensdagochtend om 7.00 uur aan de start van de race verschijn. Wat een magisch gevoel om in de beginnende schemer tussen al die vele boten te varen. Al die 3-kleurentoplichten die verkleuren als je ze van een andere kant benaderd. Wauw!

Ik zette in om de race mee te doen, niet persee om te winnen. Ik dacht, rustig aan, ontspannen een week lekker met mezelf op de boot en het zou leuk zijn als ik de finish haal. Na alle stress om uberhaupt bij de start terecht te komen besloot ik in Enkhuizen eerst eens een nacht goed te slapen. De volgende ochtend vroeg vertrok ik naar Urk, nu varend in de richting van de opkomende zon. Naar mate ik verder naar het Oosten voer, ging het harder waaien en werden de golven hoger. Precies zoals verwacht met een zuidwesterwind. Vlak voor Urk besluit ik de genua voor de fok te verwisselen en het grootzeil te reven. Ik had het allemaal voorbereid, maar kreeg het grootzeil niet meer omhoog. Dan besluit ik koers te zetten naar Urk en daar een paar uur te wachten tot de ergste wind iets is gaan liggen. Achteraf bleek de grootzeilneerhaler niet los te zijn gekomen.
Vrijdagochtend vertrek ik samen met de Bon Bida richting het Noorden, een mooie eerste helft van de dag volgt. Zon, wind, eindelijk ontspannen zeilen. De boot en ik raken weer aan elkaar gewend na twee jaar alleen maar schuren, hakken, schrapen en schilderen. Bij Hindelopen draai ik verder naar het noorden en na de VF18 moet ik opkruisen. De wind is aangetrokken en de golven beginnen ook weer serieuze vormen aan te nemen. Het stampt lekker, wat ontzettend gaaf! De Quartyn bewijst een echt waarschip kwartonner te zijn en met bft 5/6 het prima vol te houden.

Eind van de avond ben ik terug bij Urk, moe, uitgeput, nat en koud. De vertwijfeling slaat toe; de driehoek in de val van Urk nog eens doen? Terug naar Urk en morgen verder? Opgeven? Eerder die dag was ik erachter gekomen dat opkruizen met mijn fok en gereefde zeil echt hel was. Nu moest ik nog een keer, kon ik dit wel? Uiteindelijk besluit ik met wat steun van mededeelnemers en de peptalk van vriendlief om door te varen en eindig ik zaterdagmiddag rond 13.00 uur bij Den oever. Vanaf de VF18 tot sportboeiA begon de hemel op me neer te vallen, de horizon verdween steeds verder en ik dobberde met nog geen knoop voort. Ik was blij dat ik daar nog mijn ankerrust moest hebben en pas ’s avonds door kon varen.
Nadat de zon was ondergegaan dobberde ik, tot het eind van de avond, als remi verder. Met niet veel meer zichtbaar dan de eerste paar, door de boordlichten verlichtte meters. Verder niets dan mist. Blij met de geruststellende stem van de centrale meldpost Ijsselmeer die ieder uur me het weerbericht gaf: wind 2 tot 4. Die kwam toen ik Medemblik naderde. De mist verdween en onder de prachtige sterrenhemel rondde ik de boeien. Het laatste rak stond er een fijne wind, en ik was onderweg naar het uitcheckpunt van het level 2x rondje Ijsselmeer. Nog heel even en ik had het uitgezeild.
Drie kwartier een poging gedaan om te slapen, en ging samen met de Jumping Jack en de Dreamcathcer om 6.30 door sluis. Een enorme opluchting toen ik hoorde dat iedereen me op de kant aan het volgen was op de tracker en dat ze blij en misschien zelfs verbaasd waren me die ochtend in de sluis te zien.
The end game was begonnen, nog drie rakken tot de finish boei. Het laatste stuk opkruizen naar de EA2 ging me niet lekker af, ik werd zenuwachtig van de tijd, de wind die steeds shiftte en ik werd ongeduldig. Maar ik haalde die verdomde boei. Nu door naar de finishboei, het is kwart voor elf en ik heb nog ruim een uur om bij de SportI te komen. Alhoewel ik bijna niet meer durf te bewegen in m’n boot, hijs ik toch de halfwinder en ik pers nog even anderhalve knoop extra snelheid uit mijn boot. De boei moest ik zoeken met de verrekijker, eerst niet zichtbaar, dan een zwart stipje en ten slotte een duidelijke gele sportboei. In dit laatste rak krijg ik van andere deelnemers, het bestuur en andere volgers allemaal berichtjes, bemoeidigend en dat iedereen in spanning zit. Hoever moet je nog? Ga je het halen? De laatste 20 minuten heb ik doodstil gezeten, gestuurd richting de boei, af en toe checkend of de zeilen nog goed stonden en dan 11.54 vaar ik vlak langs sportI. De Quartyn heeft de finish gehaald!

Een machtig gevoel van blijdschap, trots ontlading maakte zich eigen van me. Een uniek moment dat ik de rest van m’n leven bij me zal dragen. Dé eerste keer dat ik de 200myls zeil en uitzeil. Een mijlpaal die ik nooit zal vergeten. Het onthaal in de haven is overweldigend, met toeters, bellen en gejuich vaar ik de Bataviahaven in en zet ik na meer dan 48 uur weer voet aan wal…
Wil je mijn hele verhaal lezen?
Ga dan naar https://www.quartyn.nl/200myls-solo/ Ahoy,
Jantine Lubbers Quartyn 3.0